Uit de analyse in deze paragraaf blijkt een stijging van de risico's die de gemeente loopt. De specifieke weerstandsreserve wordt verhoogd waarmee de gestegen risico's opgevangen kunnen worden. Hiermee wordt het weerstandsvermogen op het gewenste niveau gebracht (ratio van minimaal 1) en voldoet daarmee aan de beleidsuitgangspunten van het risicomanagement in Deventer.
Ontwikkelingen
In totaal zijn er 50 risico’s die meewegen in het berekenen van het weerstandsvermogen, een stijging van 11 ten opzichte van de begroting 2023. Daarvan hebben 9 risico’s (8 bij de begroting) een risicoscore ≥ 9. Deze worden toegelicht in deze paragraaf.
De hogere risico's zijn geïdentificeerd in de grondexploitaties (zie paragraaf Grondbeleid) en bij de tijdelijke voorziening Schalkhaar en het BAD. In de grondexploitaties zijn de risico's voor zowel woningbouwlocaties als bedrijventerreinen gestegen. Bij het bedrijventerrein leidt de vertraging als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis ook tot een hoger risicoprofiel.
Een voldoende hoog weerstandsvermogen (ratio van minimaal 1) wordt bereikt door de specifieke weerstandsreserve te verhogen met €4,3 miljoen. Hierdoor stijgt de beschikbare weerstandscapaciteit naar €18,0 miljoen.
Conclusies
Volgens het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. De risico's zijn gestegen, daarom wordt de specifieke weerstandsreserve verhoogd om de ratio naar de minimale score van 1 te brengen.
Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico's. De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-begrote kosten te dekken. Dit is hoofdzakelijk de specifieke weerstandsreserve. De risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie, worden meegenomen in de analyse. Van elk risico (een gebeurtenis) wordt een analyse gemaakt met oorzaken, een kans van optreden en mogelijke gevolgen voor de gemeentelijke doelstellingen.
Het weerstandsvermogen is een belangrijk onderdeel van risicomanagement en zorgt ervoor dat Deventer financiële tegenvallers op kan vangen, zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s. Deze paragraaf is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen (2015) en de beleidsnota Reserves en Voorzieningen (2018).
Een goed zicht op de aanwezige risico’s en het hebben van financiële buffers heeft verschillende voordelen. Ten eerste kan ervoor worden gezorgd dat incidentele tegenvallers op te vangen zijn zonder dat de gemeente meteen hoeft te bezuinigen, waardoor een continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd is en het behalen van doelstellingen niet financieel gehinderd wordt. Daarnaast kunnen buffers dienen als een extra zekerheid om onvoorspelbare risico’s op te vangen, waarmee in het risicoprofiel niet of slechts gedeeltelijk rekening is gehouden.
De gemeente Deventer past voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit de Monte Carlo simulatietechniek toe, met een zekerheidspercentage van 90%. Bovenop de uitkomst van het simulatiemodel rekent Deventer met een minimumnorm (2% omvang algemene uitkering + 2% OZB-capaciteit). Dit is een extra opslag voor financiële tegenvallers die niet zijn opgenomen in de berekening.
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke weerstandsreserve, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Meer informatie
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000) | ||
---|---|---|
Element | Onderdeel | Waarde |
Specifieke weerstandsreserve | 11.803 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 153 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 1.725 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | - | |
Onbenutte investeringsruimte | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | |
Stille reserves | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 2023 | 13.681 |
Specifieke weerstandsreserve
De specifieke weerstandsreserve is bij de Begroting 2023 verhoogd €172.000 tot €11.803.000 waarmee de weerstandsratio destijds op 1 uitkwam.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten Onvoorzien, de stelpost Autonome ontwikkelingen en de stelpost Accres algemene uitkering (gemeentefonds). De stelpost Accres algemene uitkering is in de begroting 2023 verlaagd naar nul waardoor deze niet meer meetelt in de onbenutte begrotingsruimte.
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie 'overige panden en gronden' in paragraaf Grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een analyse van de risico’s die gemeente Deventer loopt vermeerderd met de minimumnorm. Er zijn 42 financiële risico’s die hiervoor in aanmerking komen. De 9 risico’s met een risicoscore ≥ 9 worden hieronder nader toegelicht.
Meer informatie
Risicokaart
De aard van de risico’s wordt weergegeven in een risicokaart. Hoe roder de kleur, hoe hoger de prioriteit voor de aanpak van het risico. De risico's worden in het volgende onderdeel toegelicht.
Gekwantificeerde risico's
De risico’s uit de risicokaart worden in de volgende tabel toegelicht, de 'positie' is de plaats op de risicokaart. Met 'gevolg' wordt de maximale impact van een risico bedoeld. Alle risico's worden in de berekening voor de benodigde weerstandscapaciteit gewogen met de 'kans' van optreden.
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma |
---|---|---|---|---|---|
Planschadeprocedure | Leefomgeving | ||||
1. Risico op schadeclaim a.g.v. besluit de aanlegplaats van salonboten te verplaatsen | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 | |
825.000 | |||||
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
2. Risico op hogere lasten (dan begroot) bij de implementatie van de nieuwe Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | |
1.350.000 | |||||
Wijtenhorst | Herstructurering en vastgoed | ||||
3. Risico dat de ontwikkeling van de driehoek Kolkmansweg niet door gaat. | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
600.000 | |||||
Sluiskwartier | Herstructurering en vastgoed | ||||
4. Risico op een lagere vraag maar woningen in het project Sluiskwartier. | 40% | 1.500.000 | 3-3 | 9 | |
1.500.000 | |||||
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | ||||
5. Risico vertraging als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis. | 30% | 4.500.000 | 3-5 | 15 | |
6. Risico van een lager dan geraamde opbrengst bij de verkoop van de kavels. | 40% | 2.133.600 | 3-4 | 12 | |
6.633.600 | |||||
BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | ||||
7. Het risico dat het macro budget BUIG dat het Rijk vaststeld niet toereikend is en/of het aantal clienten dat in Deventer een beroep doet op de bijstand hoger is dan het aantal waarop het Rijk het BUIG budget voor Deventer bepaalt. Het eigen risico bedraag | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 | |
4.400.000 | |||||
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen/Jeugd | ||||
8. Risico op overschrijdingen Sociaal Domein door verschillende ontwikkelingen en gebeurtenissen. Actueel is het risico op Jeugdzorg in relatie tot de invoering van het woonplaatsbeginsel. | 70% | 700.000 | 4-3 | 12 | |
700.000 | |||||
Mimik | Kunst en cultuur | ||||
9. Risico dat rente op en aflossing van de verstrekte lening aan MIMIK niet wordt gerealiseerd. | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
600.000 |
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Alle geïdentificeerde risico's bij elkaar hebben een maximale impact van circa €44 miljoen. Dit is de basis voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Dit is een stijging van €13,5 miljoen ten opzichte van de begroting 2023. De stijging wordt verklaard door de nieuwe risico's 'Cliënten bewindvoering' en 'Tijdelijke woonvoorziening Schalkhaar' (beide een maximale impact van €2 miljoen) en door hogere risico's op de grondexploitaties (in totaal €9 miljoen hogere maximale impact, zie paragraaf Grondbeleid)
De geïdentificeerde risico's hebben een kans van optreden van gemiddeld 30%. Daarnaast houden we rekening met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel), Dit houdt in dat we in 90% van alle simulatie-uitkomsten voldoende weerstandscapaciteit hebben. Het resultaat van deze berekening is een aan te houden weerstandscapaciteit voor deze risico's van €13,1 miljoen. Dit wordt verhoogd met de minimumnorm van €4,9 miljoen voor overige risico's waarmee de reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit uitkomt op €18,0 miljoen.
De minimumnorm en het simulatiemodel worden hierna toegelicht.
Minimumnorm
In de onderstaande tabel is de minimumnorm berekend. Voor 2023 is door de stijging van het gemeentefonds en de OZB-capaciteit de minimumnorm met €100.000 gestegen ten opzichte van de begroting.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Bedragen begroting 2022 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkering (gemeentefonds)* in 2023 | 213 | 4,3 |
Verwachte OZB capaciteit 2023** | 30 | 0,6 |
Saldo | 243 | 4,9 |
*)exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB - obv decembercirculairee 2022 | ||
**)begroting 2023-2026 zie paragraaf lokale heffingen |
Simulatiemodel
In het simulatiemodel wordt rekening gehouden met de mogelijke impact van een risico, de kans dat een risico zich voordoet en de kans dat ze tegelijkertijd voordoen. Dit wordt gesimuleerd in een model waarin de kans van de verschillende combinaties van uitkomsten worden berekend. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo-simulatie methode.
Deze uitkomsten zijn te lezen in de volgende grafiek. In 90% van alle simulatie-uitkomsten volstaat een risicoreserve van €13,15 miljoen om de impact op te vangen. De uitkomst is met €4,2 miljoen gestegen ten opzichte van de begroting 2023, door met name de gestegen risico's grondexploitaties.
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om de risico’s op te kunnen vangen. Deze verhouding is de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit = €13.681.000
Benodigde weerstandscapaciteit = €13.150.000 + €4.870.000 = €18.020.000
Ratio weerstandsvermogen = 0,76
De beschikbare weerstandscapaciteit is lager dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er onvoldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen. Daarom wordt in deze jaarrekening de specifieke weerstandsreserve (vanuit de generieke weerstandsreserve) aangevuld tot het gewenste niveau van €16,1 miljoen. Samen met de post Onvoorzien en de stelpost Structurele autonome ontwikkelingen is dit samen €18 miljoen, waarmee de ratio uitkomt op 1.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- btw/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- vennootschapsbelasting
- leegstand onroerende panden in eigendom;
- restauratie monumentale panden;
- financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
- garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen van deze risico’s houdt Deventer middelen aan in de generieke weerstandsreserve. De omvang van de generieke weerstandsreserve is €31,3 miljoen per 31-12-2022, die naar verwachting daalt tot een bedrag van eenmalig €25 miljoen in 2026. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële-, bestuurlijke- en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf Verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Als (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of als het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons ook op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2021 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen. Daarover zijn twee constateringen:
- De hoge inflatie in algemene zin en specifiek de stijgende energiekosten die van invloed zullen zijn op de exploitatieresultaten van verbonden partijen en / of de kosten van dienstverlening van die partijen aan de gemeente.
- De Deventer Schouwburg lijkt de ontvangen TVL middelen (Tegemoetkoming Vaste Lasten) aan het Rijk definitief terug te moeten betalen. Het gaat om een bedrag van circa €450.000. De Deventer Schouwburg is in samenspraak met andere schouwburgen en de brancheorganisatie VSCD in bezwaar gegaan bij het Rijk. Dit bezwaar is medio 2022 ongegrond verklaard. De schouwburgen in kwestie zijn zich momenteel aan het oriënteren op nadere bezwaarprocedures. Het risico op terugbetaling TVL is reëel. In de tweede kwartaalrapportage 2022 is daarom een reservering van €450.000 binnen de stelpost Corona (cultuur) opgenomen.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2022.
(bedragen x €1) | |||
---|---|---|---|
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 12.673.330 | 1.072.615 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer | 0 | 0 | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.922 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 57.614 | - | - |
Dataland BV | 246 | ||
Vordering op Enexis BV | 52 | 0 | - |
Publiek Belang Electriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
Totaal | 3.126.760 | 14.027.355 | 1.072.615 |
In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Op basis van een wetswijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) publiceert Deventer vanaf begrotingsjaar 2015 de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente.
De kengetallen zijn gebaseerd op de balans en exploitatierekening 2022. Hieronder worden de uitkomsten van de berekening van de kengetallen gepresenteerd. Vervolgens volgt een beknopte beoordeling van de uitkomsten in relatie tot de financiële positie.
Kengetallen | Jaarrekening 2021 | Begroting 2022 | Jaarrekening 2022 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 54 | 65 | 39 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 45 | 56 | 35 |
Solvabiliteitsratio | 31 | 22 | 39 |
Structurele exploitatieruimte | 8,3 | 2,77 | 10,54 |
Grondexploitatie | 15 | 6 | 11 |
Belastingcapaciteit | 101 | 97 | 95 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (exclusief mutaties reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft dan een zeer hoge schuldpositie en zal er goed aan doen om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden.
Oordeel niet te snel
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door-verstrekt aan derden.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden
Netto schuldquote =Netto schuld (excl. leningen aan derden) : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)
Vergeleken met de rekening 2021 en de begroting 2022 is het kengetal gedaald. Dit komt met name door de aflossing van langlopende leningen in combinatie met hogere baten.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal is de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft een indicatie van de financiële weerbaarheid. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, des te groter de weerbaarheid.
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor welke uitkomsten wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit. De uitkomst in 2022 is 39 en hoger dan die van de solvabiliteitsratio van rekening 2021, die was namelijk 31. Vergeleken met de begroting 2022 is het kengetal gestegen van 22 naar 38. De reden hiervan is een stijging van het Eigen Vermogen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten.
Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn: hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer. Deze verbetering van de uitkomst van het kengetal heeft geen effect op het genoemde kengetal in de begroting 2023.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen aantrekt om daarmee grond te kopen, vergroot dit de schuldpositie. Van belang is om te weten of de schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten).
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
Vergeleken met de rekening 2021 is het kengetal gedaald, maar vergeleken met de begroting is het gestegen.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengste,n dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Vergeleken met de rekening 2021 is het percentage gedaald.
Conclusie
De diverse kengetallen met betrekking tot de schuldpositie laten een positieve ontwikkeling zien en geven dus geen aanleiding om het financieel beleid aan te passen.
De financiële positie van de gemeente Deventer geeft geen aanleiding af te wijken van de continuïteitsveronderstelling. Deze veronderstelling heeft ook betrekking op de mate waarin Deventer zelfstandig en autonoom (financieel) beleid kan voeren en feit dat het risico op preventief provinciaal toezicht (artikel 12) zeer klein is. De continuïteitsveronderstelling is gebaseerd op de volgende constateringen:
- De gemeente heeft een structureel sluitende meerjarenbegroting en kent de afgelopen jaren positieve jaarrekeningresultaten.
- Voor gemeenten geldt een vrijwel onbegrensde leencapaciteit bij de BNG (en daardoor sprake van altijd aanwezige liquiditeit) waardoor er geen onzekerheid bestaat over de continuïteitsveronderstelling.
- De financiële positie van de gemeente is gezond, zoals blijkt uit de financiële kengetallen.
- De risico’s worden goed beheerst respectievelijk gemonitord door een actief risicomanagement toe te passen en er is sprake van een goed onderbouwde toereikende weerstandscapaciteit.