De paragraaf Lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen.
Het uitgangspunt voor de overige belastingen en rechten was een stijging in 2022 met 1,53% ten opzichte van 2021. Het aanpassen van de tarieven is bepaald als gemiddelde van de prijs (+2,2%; 2021: 1,8%) en loonaanpassing (+0,85%; 2021: 4,15%).
Er gelden enkele uitzonderingen op de algemene regel van prijs- en loonstijging. Deze uitzonderingen betreffen de OZB, Rioolheffing, Afvalstoffenheffing, Parkeerbelastingen, Havengelden en Bouwleges. De uitgangspunten en onderbouwing hiervan zijn opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.
De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:
- belastingen;
- rechten.
Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.
Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen. Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.
Meer informatie
Belastingen
Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De trendmatige stijging van de onroerende- en roerende-zaakbelastingen bedraagt in 2022 op basis van eerdere besluiten 3%. Uitgangspunt is dat de gemiddelde waarde schommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven (exclusief groei van het bestand).
Rechten
Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie, in dit geval het overheidsproduct. De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief.
Binnen strikte regels mag de meeropbrengst van de ene heffing echter worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten als het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn. Dit is niet toegestaan als het gaat om de afvalstoffenheffing of de rioolheffing.
Het beleid is dat tarieven zo veel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.
Ook voor de begraafplaatsen geldt dat de inkomsten de kosten niet geheel dekken. Voor overige leges geldt dat deze niet kostendekkend zijn. Weliswaar zijn er onderlinge verschillen in kostendekkendheid tussen de verschillende producten uit de legesverordening, maar bezien over de hele legesverordening is sprake van minder opbrengsten dan kosten.
Kwijtschelding
Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk. Kwijtschelding is onder andere mogelijk voor onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. In verband met het afschaffen van de hondenbelasting zijn de kwijtscheldingen nagenoeg nihil.
Voor 2022 is er €1.616.000 begroot aan belasting kwijtscheldingen voor met name de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Werkelijk is er over 2022 €1.342.756 (2021: €1.613.064) aan belastinggelden kwijtgescholden; een daling van 17,30% ten opzichte van 2021.
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting/heffing | Kwijtschelding 2021 | Kwijtschelding 2022 | Verschil | Verschil in % |
Belastingen OZB | 2.519 | 1.102 | -1.417 | -43,75% |
Hondenbelasting | 11.302 | 198 | -11.104 | -98,25% |
Afvalstoffenheffing | 958.249 | 791.178 | -167.071 | -18,49% |
Rioolrecht | 588.868 | 540.520 | -48.348 | -8,21% |
Kwijtschelding i.v.m. toeslagenaffaire | 52.126 | 9.758 | -42.368 | -78,60% |
Totaal | 1.613.064 | 1.342.756 | -270.308 | -17,30% |
Woonlasten
De tariefaanpassingen 2022 leiden voor wat betreft de belangrijkste tarieven tot het volgende beeld:
(bedragen x €1) | |
---|---|
Belasting/heffing | Tarief/bedrag 2022 |
Afvalstoffenheffing ¹) | 264,30 |
Rioolheffing huishoudens | 174,96 |
Woonlasten gebruiker (sub-totaal) | 439,26 |
OZB/RZB woningeigenaar | 328,24 |
Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal) | 767,50 |
¹) Dit betreft het tarief voor de ‘modelaanslag’ van het basistarief met het gemiddeld aantal van 6 ledigingen. Per huishouden kan het tarief verschillen, afhankelijk van het aantal aanbiedingen per jaar. Na afloop van het jaar worden de daadwerkelijke ledigingen opgelegd. Hoe minder afval, hoe lager de aanslag.
Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Hieronder treft u de specificatie van de verschillende onderdelen aan.
Meer informatie
Overzicht geraamde en werkelijke opbrengsten
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Tarief 2022 | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil in % |
Onroerende zaakbelasting | Woningen: | 29.123.336 | 29.249.803 | 0,43% |
Eigenaren 0,1096% | ||||
Niet woningen: | ||||
Gebruikers: 0,2931% | ||||
Eigenaren: 0,3948% | ||||
Roerende zaakbelasting | Tarieven volgens onroerende zaakbelasting | 10.239 | 6.060 | -40,81% |
Parkeerbelastingen inclusief naheffingen en Mulder-feiten | Diverse tarieven | 4.942.196 | 4.937.371 | -0,10% |
Precario inclusief marktgelden | Diverse tarieven | 397.355 | 360.095 | -9,40% |
Toeristenbelasting | Diverse tarieven | 328.348 | 356.894 | 8,69% |
Onroerende- en roerende zaakbelasting
De OZB- en RZB-tarieven in 2021 hebben de volgende percentages van de WOZ waarde | Woningen | Niet-woningen |
---|---|---|
Gebruikerstarief | nvt | 0,3948% |
Eigenarentarief | 0,1096% | 0,2913% |
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
OZB-opbrengst | 29.123.336 | 29.249.802 | 126.466 | 0,43% |
(bedragen x €1) | |||
---|---|---|---|
Belasting | Begroot | Werkelijk 2022 | Resultaat |
OZB eigendom woning | 16.297.416 | 16.306.156 | 8.740 |
OZB eigendom cnw | 7.727.617 | 7.786.384 | 58.767 |
OZB gebruik cnw | 5.098.303 | 5.157.262 | 58.959 |
Totaal | 29.123.336 | 29.249.802 | 126.466 |
Roerende zaakbelasting
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
RZB-opbrengst | 10.239 | 6.060 | -4.179 | -40,81% |
De roerende zaakbelasting wordt vooral geheven over woonwagens en woonboten. Het tarief is gelijk aan het tarief van de OZB. De werkelijke opbrengst is iets lager dan begroot. De waardering van de roerende zaken verloopt via de landelijke taxatiewijzer. Zodoende is de waardering uniform.
Parkeerbelasting
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Parkeerbelasting | 4.842.196 | 4.733.371 | -108.825 | -2,25% |
De heffing van parkeerbelastingen bestaat uit twee onderdelen: de parkeeropbrengsten (vergunningen en betaald parkeren) en de parkeerovertredingen (foutparkeerders). Volgens het Meerjarenperspectief Parkeren indexeren wij de parkeertarieven met het gemiddelde percentage voor lonen en prijzen. Voor het jaar 2022 is de raming voor de opbrengsten als gevolg van corona met €100.000 verlaagd naar €4.842.196.
Precario
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Precario inclusief martktgelden | 413.355 | 406.750 | -6.605 | -1,60% |
waarvan marktgelden | -215.002 | -178.373 | -36.629 | -17,04% |
Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden.
Toeristenbelasting
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Toeristenbelasting | 328.349 | 356.894 | 28.545 | 8,70% |
De heffing vanuit de toeristenbelasting maakt fondsvorming (binnenstad, cultuur, kunstregeling, evenementenbeleid) mogelijk.
Ten opzichte van de geraamde opbrengst (€243.348) is bij de derde kwartaalrapportage 2022 de begroting met €85.000 naar boven bijgesteld en met €100.000 structureel vanaf 2023 verhoogd.
De opbouw van de legesverordening is als volgt:
- Titel 1, Algemene dienstverlening
- Titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo);
- Titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.
Bij het opstellen van de legesverordening voor 2022 is de kostendekkendheid van de verschillende titels bepaald:
- Titel 1 van de legesverordening: 66%
- Titel 2 van de legesverordening: 91%
- Titel 3 van de legesverordening: 19%
Meer informatie
Leges
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Leges omgevingsvergunning bouw | 4.418.029 | 5.876.072 | 1.458.043 | 33 |
Bij de tweede kwartaalrapportage 2022 zijn de bouwlegesopbrengsten met €0,95 miljoen naar boven bijgesteld.
Ondanks deze bijstelling is er €1,5 miljoen aan meeropbrengsten ontvangen. Reden hiervoor is dat er een aantal grote projecten gestart.
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Belasting | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Overige leges | 1.447.791 | 1.484.575 | 36.784 | 2,54% |
Er zijn geen bijzonderheden. De begroting wijkt niet veel af hetgeen gerealiseerd is.
Afvalstoffenheffing
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Heffing | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Afvalstoffenheffing | 13.220.110 | 13.138.962 | 81.148 | -0,06% |
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Basisbedrag | 9.594.985 | 9.552.657 | -42.328 | -0,05% |
Rest-fractie | 3.410.125 | 3.376.929 | -33.196 | -0,01% |
Toeslag | 215.000 | 209.376 | -5.624 | 0,00% |
Totaal inclusief afronding | 13.220.110 | 13.138.962 | -81.148 | -0,06% |
Volume container | Rest-fractie | ||
---|---|---|---|
2022 | 2021 | 2020 | |
240 liter | 16,06 | 16,07 | 16,06 |
140 liter | 9,37 | 9,37 | 9,37 |
50 liter | 3,35 | 3,35 | 3,35 |
Uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is 100% dekking van de kosten. Meer of minder opbrengsten worden via de egalisatiereserve afval verrekend met de inwoners. Het afval wordt in de toenemende mate gezien als waardevolle grondstof. Het gescheiden inzamelen van de verschillende afvalstromen voor hergebruik is vanuit duurzaamheid een noodzaak. Diftar werpt nog steeds zijn vruchten af. We zien dat steeds meer inwoners heel bewust omgaan met hun afval.
Het basisbedrag is voor 2022 is vastgesteld op €208,08 per perceel. Rekening houdend met het werkelijk aantal aanbiedingen is in 2022 €13.138.962 ontvangen aan afvalstoffenheffing. Dit is nagenoeg gelijk aan begroot. Vast recht wordt betaald door elk huishouden in de gemeente.
Kostendekkendheid
Recht 2022 | Begroot 2022 | Realisatie 2022 |
---|---|---|
Afvalstoffenheffing | 13.220.110 | 13.138.962 |
Toelichting | Begroot 2022 | Realisatie 2022 |
Kosten taakveld | -12.584.036 | -11.344.354 |
Inkomsten taakveld | 763.600 | 1.108.253 |
Netto kosten taakveld | -11.820.436 | -10.236.101 |
Toe te rekenen kosten: | ||
Overhead incl. (omslag)rente | -741.629 | -741.629 |
BTW | -1.231.130 | -1.231.130 |
Totale kosten (100%) | -13.793.195 | -12.208.860 |
Opbrengst heffingen | -13.320.110 | -13.138.962 |
Dekking | 96% | 108% |
Rioolheffing
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Recht | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Rioolheffing | 8.545.754 | 8.523.366 | -22.388 | 0,00% |
Rioolaansluitingen | 100.000 | 92.788 | -7.212 | -7,20% |
De werkelijke inkomsten uit de rioolheffing liggen in de lijn met de begroting 2022.
Kostendekkendheid
(bedragen x€1)
Recht 2022 | Begroot 2022 | Werkelijk 2022 |
---|---|---|
Rioolheffing | 8.551.000 | 8.524.000 |
Toelichting | ||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | -7.661.000 | -7.609.000 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen | 100.000 | 93.000 |
Netto kosten taakveld | -7.561.000 | -7.516.000 |
Toe te rekenen kosten: | ||
Overhead incl. (omslag)rente | -514.000 | -514.000 |
BTW | -476.000 | -476.000 |
Totale kosten | -8.551.000 | -8.506.000 |
Opbrengst heffingen | 8.551.000 | 8.524.000 |
Dekking | 100% | 100% |
Havengelden
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Recht | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Haven- en opslaggelden | 265.403 | 197.399 | -68.004 | -16,10% |
De opbrengsten van de sluispassages 2022 zijn gedaald door de na-ijleffecten van corona.
Begraafplaatsen
(bedragen x €1) | ||||
---|---|---|---|---|
Rechten | Geraamde opbrengst | Werkelijke opbrengst | Verschil | Verschil in % |
Begraafrechten | 151.169 | 133.387 | -17.782 | -11,70% |
De werkelijke inkomsten zijn iets lager dan begroot als gevolg van de tendens van meer cremeren en minder begraven.