Op basis van het momenteel van toepassing zijnde grondbeleid (2013) hanteert de gemeente een facilitair grondbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente pas nieuwe gronden zelf gaat ontwikkelen als de markt maatschappelijke gewenste ontwikkelingen niet kan of wil opnemen. Dit beleid is gestoeld op de overtuiging dat de risico's van gebiedsontwikkeling zoveel mogelijk bij de markt moeten liggen. Dit besef is gegroeid in de economische crisis van de jaren 2008 – 2014.
Anno 2022 is de situatie sterk veranderd. Gewerkt wordt aan een grondbeleid dat minder sterk gestuurd wordt door de conjunctuur van het moment. Dit grondbeleid noemen we situationeel of dynamisch. De gemeente gaat op basis van een afwegingskader bepalen met welke houding en met welke gemeentelijke rol de maatschappelijke opgave het beste is gediend. Dat kan zijn passief faciliterend, proactief faciliterend of actief.
Het grondbeleid is daarbij een middel dat niet alleen inzetbaar is bij de vraag of we als gemeente een grondpositie willen innemen, maar ziet ook toe op de gemeentelijke houding en rol bij initiatieven van andere grondeigenaren. De raad is in 2021 geconsulteerd op deze principes van het nieuwe grondbeleid. In 2022 is de nota zelf verder uitgewerkt zodat deze in 2023 kan worden aangeboden aan de raad.
De groei van de gemeentelijke opgaven waarin een ruimtelijke vraag (dus grondbeslag) uit voortkomt maakt het ook noodzakelijk projecten in programmatische en financiële zin in hun samenhang te bezien. Gemeentelijk kostenverhaal voor de gemeentelijke investeringsprojecten is daarbij een belangrijk uitgangspunten. Daar waar van deze samenhang sprake is organiseren we een gebiedsgerichte aanpak in de integrale gebiedsontwikkelingen.