De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om de risico’s op te kunnen vangen. Deze verhouding is de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit = €13.681.000
Benodigde weerstandscapaciteit = €13.150.000 + €4.870.000 = €18.020.000
Ratio weerstandsvermogen = 0,76
De beschikbare weerstandscapaciteit is lager dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er onvoldoende weerstandsvermogen is om volledig de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen. Daarom wordt in deze jaarrekening de specifieke weerstandsreserve (vanuit de generieke weerstandsreserve) aangevuld tot het gewenste niveau van €16,1 miljoen. Samen met de post Onvoorzien en de stelpost Structurele autonome ontwikkelingen is dit samen €18 miljoen, waarmee de ratio uitkomt op 1.