Grond- en hulpstoffen en overige voorraden

Grond- en hulpstoffen en overige voorraden zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.

Onderhanden werk, gronden in exploitatie

De als onderhanden werk opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) en ook een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel.
Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid en dient er winst te worden genomen:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
  2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
  3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten volledig op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Als er sprake is van winst, wordt deze berekend op basis van de eindwaarde van het project, volgens de notitie 'Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019)' van de commissie BBV. Als de berekening van de tussentijdse winstneming volgens de percentage of completion methode ertoe leidt dat in eerdere jaren te veel winst is genomen, neemt de gemeente de eerder te veel genomen winst terug. Subsidiebaten en de daarbij behorende subsidiabele kosten bij grondexploitaties maken geen onderdeel uit van de tussentijdse winstneming en worden verantwoord op het moment dat de subsidie volgens de subsidievoorwaarden is gerealiseerd.

De verliesvoorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde. Het te verwachten verlies op eindwaarde wordt door middel van de disconteringsvoet contant gemaakt. De disconteringsvoet is in het BBV voorgeschreven en bedraagt 2%.

Gereed product

Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde als de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor als voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.