De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen volgens de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling. In de jaarrekening 2022 is de algemene uitkering opgenomen op basis van de decembercirculaire 2022.
Eigen bijdrage CAK
Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de kadernota Rechtmatigheid 2022 van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarstukken moeten noemen, ook al ligt de oorzaak niet bij de gemeente. De gemeente Deventer heeft onvoldoende zekerheid omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen Wmo van €802.943 en Beschermd Wonen van €266.421 in haar jaarrekening 2022.
In de jaarrekening 2022 wordt het bedrag verantwoord dat in het verantwoordingsjaar van het CAK aan afdrachten is ontvangen (= kasstelsel). De reden hiervan is dat bij het CAK sprake is van achterstanden in het verwerken van de opgelegde en nog op te leggen eigen bijdragen waardoor geen betrouwbare schatting is te maken van de ultimo 2022 nog op te leggen en door gemeenten te ontvangen eigen bijdragen.
De personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Er is sprake van een formeel verbod op het opnemen van voorzieningen dan wel schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten: vier jaar. Als er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient er (waarschijnlijk) wel een verplichting te worden opgenomen.
In 2022 is de CAO-gemeenten 2021-2022 vastgesteld. Medewerkers kunnen op basis van deze CAO onder andere vanaf 1 januari 2022 bovenwettelijke verlofuren sparen. Met dit 'verlofsparen' kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke verlofuren inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens- en carrièreplanning en het gemeentelijk vitaliteitsbeeld. De uren die zijn gespaard onder het verlofsparen verjaren niet. Volgens de door de commissie BBV gepubliceerde “vraag & antwoord” moeten gemeenten een voorziening vormen voor alle categorieën bovenwettelijke verlofuren die in artikel 6.3 lid 3 van de CAO-gemeenten zijn benoemd.
Diverse personele lasten blijven echter ook in 2022 toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten als de ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en de overlopende vakantiegeldaanspraken.