In 2022 is een belangrijke stap gezet in de doorontwikkeling van het vastgoedbeleid. Op 21 december 2022 heeft de raad de kadernota Vastgoed 2022 vastgesteld, die we vanaf 1 januari implementeren. Nadat in 2021 de focus heeft gelegen op de financiële uitwerking en consequenties van de uitgangspunten van de kadernota heeft de raad bij de eerste kwartaalrapportage 2022 structureel aanvullende middelen beschikbaar gesteld om het beheer en onderhoud van het directe kernbezit op een professionele wijze vorm te kunnen geven. Met dit besluit is de weg vrij om het budgethouderschap vanuit de verschillende beleidsprogramma’s over te hevelen naar de vastgoedorganisatie.

Met het vaststellen van de kadernota Vastgoed 2022 kan een volgende stap gezet worden in de professionalisering van het vastgoedbeheer. De kadernota geeft aan op welke wijze en binnen welke kaders wij maatschappelijke doelstellingen willen realiseren met vastgoed als middel. Daarin is rekening gehouden met wettelijke en gemeentebrede kaders. Wij geven aan wanneer wij vastgoed in eigendom wensen te hebben en wanneer niet. We gaan het vastgoedbeleid doorontwikkelen tot een instrument om zo veel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren. In de kadernota is opgenomen hoe wij invulling geven aan de verschillende gemeentelijke rollen die het vastgoedbeheer raken. De kadernota geeft de kaders en uitgangspunten weer op de verschillende thema's van het vastgoedbeleid; huurprijsbepaling, uitgifte van vastgoed, instandhouding, optimalisering, verduurzaming, verkoop, ontwikkeling en burgerparticipatie. Zo gaan wij bijvoorbeeld voor maatschappelijke organisaties een kostprijsdekkende huur in plaats van normhuur implementeren, waarmee verkapte subsidieverlening via een lagere huur wordt voorkomen.

Onderhoud

Voor het directe kernbezit van de gemeente is een Meerjaren Onderhoud Programma (MJOP)  beschikbaar. De panden worden periodiek (circa één keer per drie jaar) geïnspecteerd op basis waarvan de MJOP’s worden geactualiseerd. Wij hanteren hierbij de NEN-2767 methodiek. Deze methodiek gaat uit van een conditiescore van 1 tot 6, waarbij 1 uitstekend is en 6 zeer slecht. Uitgangspunt voor het kernbezit is een minimale conditiescore van 3 voor ieder bouwelement. Dat betekent een redelijk onderhoudsniveau dat over het algemeen door vastgoedeigenaren als voldoende wordt aangemerkt.

Bij toepassing van de NEN 2767 brengen wij, naast de inventarisatie van de conditiescores van de verschillende bouwelementen, ook de risicoaspecten van gebreken in kaart. Afhankelijk van het gewenste onderhoudsniveau zijn deze risicoaspecten al dan niet acceptabel. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebruik, cultuurhistorische waarde, veiligheid en gezondheid of beleving. Voor monumentale gebouwen geven wij hoge prioriteit aan het aspect cultuurhistorische waarde. Dat betekent dat wij voor die bouwelementen een hogere conditiescore hanteren.

Voor gebouwen die niet tot het kernbezit behoren, hanteren wij veiligheid, bruikbaarheid en waardebehoud als minimumniveau. Dit zijn gebouwen die met name in gebiedsontwikkelingsprojecten zijn ondergebracht en op termijn verkocht, gesloopt of herontwikkeld gaan worden. Wij stellen voor deze gebouwen geen MJOP op, maar wij doen periodiek een risicoscan. De onderhoudsstrategie bepalen wij in samenspraak met het project op basis van de projectdoelstellingen met het betreffende gebouw.

Verduurzaming

Voor het verduurzamen van de kernportefeuille is in de kadernota Vastgoed opgenomen dat wij een voorbeeldfunctie hebben als het gaat om de verduurzaming van ons eigen vastgoed. Nieuw te bouwen gebouwen gaan wij maximaal energiezuinig realiseren. Gebouwen die gerenoveerd worden maken we gelijktijdig zo energiezuinig mogelijk. Deze ambities uit het bestuursakkoord worden vertaald in een actuele portefeuillestrategie en investeringsprogramma. Hierbij  worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: sturing op CO2-reductie, alleen het kernbezit gaan wij verduurzamen, wettelijk verplichte maatregelen voeren wij ook uit voor het niet-kernbezit, verduurzaming doen wij op logische momenten, energiebesparing wordt ingezet als dekking en het energieverbruik gaan wij monitoren. In 2023 wordt het investeringsprogramma ter besluitvorming voorgelegd.

Ondersteuning organisatie

Het technisch beheer en onderhoud voor de huisvesting van medewerkers van de gemeente en de bijbehorende cultuurhistorische gebouwen die de gemeente daartoe in bezit heeft, worden uitgevoerd door een externe partner. Hiervoor is destijds een 'build en maintain' contract gesloten voor een periode van 15 jaar. Het integreren van het beheer en onderhoud in de overige kernportefeuille wordt onderzocht. In de begroting is het gemiddelde onderhoudsbudget over deze periode opgenomen, waarbij eventuele verschillen in realisatie worden verrekend met de reserve Huisvesting gemeentelijk apparaat.

Onderwijshuisvesting

Per 1 januari 2015 is de gemeente niet langer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de schoolgebouwen. Het Rijk maakt de gelden rechtstreeks over aan de schoolbesturen. Wel onderhouden wij een aantal gymzalen en peuterspeelruimtes.

NV Maatschappelijk vastgoed en NV Milieucentrum

In 2021 zijn deze objecten in direct eigendom gekomen van de gemeente. Voor deze panden worden MJOP’s opgesteld volgens de door de gemeente gehanteerde conditiescore systematiek. Met het vaststellen van de kadernota Vastgoed wordt het beheer en onderhoud de komende jaren verder geïntegreerd en geüniformeerd.